Mike Garson – de pianist met de onmiskenbare toets
Mike Garson is de pianist die Bowies muziek een unieke, vaak onvoorspelbare kleur gaf. Zijn spel kan in één en hetzelfde concert overstappen van lyrische jazz naar vrije improvisatie, van klassieke verfijning naar bijna atonale uitbarstingen. Die flexibiliteit maakte hem tot een ideale bondgenoot voor een artiest die zichzelf voortdurend opnieuw uitvond.
Garsons eerste grote moment in Bowies universum is zijn briljante bijdrage aan “Aladdin Sane”. De beroemde pianosolo in de titeltrack is een miniatuur-meesterwerk op zich: een explosie van jazz, avant-garde en klassieke invloeden, die de song uitrekt tot ver buiten het format van een standaard rocksong. Bowie gaf Garson bewust veel vrijheid – en Garson greep die met beide handen.
Door de jaren heen duikt Garson steeds weer op in Bowies carrière. Zijn spel vormt een soort emotionele onderlaag: soms subtiel, bijna onhoorbaar, dan weer dominant en expressief. Op latere tours en projecten weet hij Bowies oudere materiaal van nieuwe nuances te voorzien, zonder het karakter van de originele songs te verliezen.
Een van Garsons grootste kwaliteiten is zijn vermogen om Bowies theatrale wereld muzikaal mee vorm te geven. Waar een minder flexibele pianist zou blijven hangen in voorspelbare akkoorden, kleurt Garson buiten de lijntjes. Hij ondersteunt de emotie van Bowies performance, maar voegt er tegelijk zijn eigen verhaal aan toe – alsof er twee stemmen tegelijk spreken: die van Bowie en die van de piano.
Garsons band met Bowie was niet alleen professioneel, maar ook persoonlijk. Hij maakte verschillende fases van Bowies leven mee, van de glamrockjaren tot de volwassen, reflectieve periode. In interviews spreekt Garson vaak respectvol en liefdevol over Bowie, als iemand die hem artistieke vrijheid gaf en hem steeds weer uitdaagde om verder te gaan dan veilig was.
Voor veel fans is Mike Garson de onzichtbare derde speler in Bowies universum: minder bekend dan producers of gitaristen, maar onmisbaar voor de sfeer en diepte van veel opnames en live-uitvoeringen. Zijn toets is onmiddellijk herkenbaar – en daarmee een wezenlijk onderdeel van het geluid dat we vandaag de dag als “typisch Bowie” beschouwen.